Teddie heeft het naar haar zin. We hebben een mooi oranje stoeltje voor haar gekocht, waar ze zeer tevreden in luiert.
Verder wat kluiven, spelen met mooie stokken en verkleedfeesten.
De voetbalkoorts heeft ons naar de electrowinkel in Montalto di Castro (5 km verderop) gejaagd, waar we voor een tientje een korte golf radio hebben aangeschaft. Om de wereldomroep te kunnen beluisteren, jawel!
Alle waar is naar zijn geld en nu zitten we onder vreselijke ruis geluiden naar de meest belabberde programma’s (de redding van een buurtwinkel, het aanhouden van een winkeldief in de AH in Roermond, etc) te luisteren. Afijn, we weten nu wel waar Radio Bergeik zijn inspiratie vandaan haalt. Maar wel handig voor het weer in Europa, (jammer dat Italie er nogal summier vanaf komt) zeker als internet niet onder handbereik is, zoals we de laatste tijd nogal eens meemaken.
We namen ons voor dat we niks gingen kopen bij de Afrikaanse verkopers op het strand in Montalto di Marina, maar de eerste de beste smeerde ons al een armbandje aan… Hij was ook wel erg goed. Hij begroette ons al met intellectuelen (je ziet inderdaad verder nergens mensen met zulke dikke boeken op het strand, uberhaupt geen boeken). Hans werd geprezen met zijn prachtige vrouw en Petra met haar geweldige tanden? Vervolgens kregen we allebei een cadeautje omdat zijn vrouw een baby had gekregen was het verhaal (later ontdekten we dat elke verkoper dezelfde cadeautjes op zak had, de kwaliteit van het verhaal was wel erg wisselend). Een olifantje en een schildpad, de symbolen van Afrika. Ze hadden indrukwekkende namen Kimbali en Kimbala ofzo, maar wij hebben ze maar Kees en Koos genoemd.
De verkoper kwam overigens uit Senegal en wist veel, bijvoorbeeld dat onze parasol de kleur had van het Nederlands elftal, hij vatte de filosofie van Sartre samen en was verder erg innemend, dus we vonden het wel een armbandje waard.
Doel was eigenlijk Rome, maar aangezien het weer heerlijk weer werd zijn we neergestreken op een camping, met de vreselijke naam Pionier Etrusco in Montalto die Marina, aan de Tiberische Zee.
Montalto is een leuk, kleinschalig badplaatsje langs een boulevard. Bij de restaurantjes alleen maar menukaarten in het Italiaans en geen enkel bord met Bratwurst. Behalve een enkele Duitser waren wij de enige Nederlanders. We zijn er een week gebleven en het was de eerste keer deze reis dat we op een camping weg gingen met spijt.
We besloten om dit keer neer te strijken bij de warme bronnen van Saturnia in het hartje van Umbrie, de mooiste streek van Italie. Vlak bij de bronnen was een camper-parkeerplaats die tot een soort camping was omgebouwd. Er was een slagboom waar je een kaartje kon trekken waar je aankomsttijd op stond en je betaalde per 24 uur 14 euro. Eigenlijk gewone campingprijzen, maar in feite was het ook een camping. Wc’s, douches, wasmachines en zelfs een bar waar je je brood voor ’s morgens kon bestellen.
En een adembenemend uitzicht over de Umbrische heuvels waar je de stilte echt nog kan voelen.
Op de fiets naar de cascade van de warme bronnen, die gewoon naast de weg liggen en vrij toegankelijk zijn. Een waterval van heerlijk warm, van zwavel verzadigd water vult de komvormige bekkens die uiteindelijk in een riviertje uitkomen, waar je naar hartelust in kunt badderen. We hebben er een poosje tussen de Italianen gedobberd en toen heel zacht, maar compleet uitgedroogd richting busje.
De dag daarna zijn we in de thermen van Saturnia geweest. Dit is een groot zwembad-kuur-complex dat aan de overkant van de camping ligt. De zwembaden zijn gevuld met hetzelfde zwavel-water als van de cascade, alleen kun je hier echt zwemmen en je betaalt er goed voor (22 euro per persoon). Je mag dan wel de hele dag blijven. Er zijn meerdere zwembaden die in elkaar overlopen met daaromheen een groot grasveld met ligstoelen (waar je tot onze verbijstering nog weer eens 5 euro per stuk voor moest betalen!). Maar de baden waren zalig en het is verukkelijk om de koele regendruppels op je hoofd en armen te voelen terwijl je in het warme water ligt.
Lucca is een uniek oud stadje met originele wallen in perfecte staat. Je kon erover rond het stadje fietsen of wandelen (4 km) en er was veel groen omheen, zodat het geheel oogt als een groot park.
Het krioelde er trouwens van de toeristen die allemaal met een zwarte koptelefoon opliepen en allemaal op dezelfde plek naar boven, naar links of naar rechts keken. Zeer amusant om te zien hoe mensen een collectieve green guide-ervaring beleven.
Koffie gedronken in het centrum voor de mooie kerk San Michele in Foro die een prachtige bewerkte facade van marmer heeft.
Vanaf de wallen ook een mooi uitzicht op de beroemde toren van de Casa di Guinigi, met 3 steeneiken erop.
Op naar Carrara waar we een bezoek hebben gebracht aan de marmergroeve. We hebben nu zo lang uitgekeken op die gedeeltelijk uitgebleekte bergen dat we vonden dat we er toch even moesten gaan kijken. Het was heel indrukwekkend om de enorme lagen marmer te zien.
Bijna al het witte marmer komt uit het Carrara-gebergte. Het marmer is ondergronds grijs, door het vocht, maar eenmaal een weekje in de zon en het wordt stralend wit. Dit en veel meer marmerfeitjes leerden wij van onze gids tijdens een rondleiding in een van de groeves (de Cave dei Frantiscritti).
We werden door door drie enorme zalen geleid. Donker, nat en koud…
Rond kerst 1995 is er een stuk marmer losgekomen dat op een madonna met kind leek. Daar is nu een soort altaartje van gemaakt.
De groeve’s zijn nog gewoon in bedrijf en er werd druk gewerkt. Hier een van de zaagmachines.