Zondagochtend, vier uur. We rollen ons bed uit aangezien we rond vijf uur willen afreizen naar Bourgondie. Vandaag wordt daar namelijk materiaal uit Den Haag gebracht en we hebben afgesproken dat we zo rond een uur een en ander in ontvangst zullen nemen. De reis verloopt in eerste instantie voorspoedig totdat we bij Peronne ineens heel veel zwarte rook uit de bus zien komen. Gelijk gestopt en na het openen van de motorkap bleek dat het gehele compartiment letterlijk droop van de (rode) olie. De ANWB-alarmcentrale meldde ons dat wij een en ander bij een good-old praatpaal moesten melden waarna we afgesleept zouden worden. Dat toen maar gedaan en gelaten op de depannage wagen gewacht. Ondertussen hebben we de bus met materiaal gecontact dat we het niet gingen halen vandaag en dat we nog gingen bedenken hoe ze een en ander het beste konden neerzetten buiten. Gelukkig kwam monsieur Depannage al rap die Busmans fluitend op zijn wegsleep verhicle sleurde, en met ons in zijn cabine naar zijn garagebedrijf reed waar Busmans op een weitje vol kapotte auto’s met NL en DE platen weer werd afgeladen.
We hadden — na al deze pech — de grote mazzel dat monsieur Depannage ook een monsieur Reparatie was die zowaar in een vloek en een zucht de lekkage opspoorde — een losgesloten slang (waarschijnlijk een abuisje van de Wittebrug Garage die Busmans afgelopen donderdag van onderhoud voorzien heeft, waarvoor dank, NOT!) — deze weer goed vastmaakte, de olie voor de automaat bijvulde, een testritje maakte waarna wij weer met Busmans onze reis konden vervolgen. Vlek op vlek vervolgens want er had zich ondertussen een behoorlijke file gevormd bij het peage-station voor Parijs — zodat we een bypass moesten maken over de N-weg richting Parijs. Hierdoor gelukkig niet al te veel tijd verloren dus. Ondertussen de materiaalwagen weer gecontact met het goede nieuws dat we weer reden en het voor hen minder mooie nieuws dat ze even een uurtje of zo op ons mochten wachten. We schoten vervolgens goed op, de A104 rond Parijs prettig leeg, en gezien onze superstop van tweeenhalf uur besloten we verder maar door te jakkeren om nog iets van de verloren tijd in te halen. Dat lukte redelijk tot zo’n tien kilometer voor de meet alwaar Busmans — in Tour de France termen — lek reed. Dat was weer stevig balen vooral toen bleek dat ten gevolge van onze stoere zij-Bullbar de krik een beetje niet meer onder de auto paste. Na drie mislukte pogingen en een laatste blik op het robuuste uiterlijk van de de bullbar besloten we de krik dan hier maar onder te zetten en dan maar hopen a) dat-ie het zou houden en b) dat de auto er niet af zou glijden.
Ondertussen de materiaalwagen van de rampspoed op de hoogte gesteld en optimistisch geroepen dat we een extra vertraginkje van zo’n 10 minuten hadden.Ook leuk trouwens is de wijze waarop de reserveband onder een T4 hangt in een soort wiegje. Degene die dat verzonnen heeft mag van ons standrechtelijk geexecuteerd worden.
Kortom:
- Als het tegen zit, zit het tegen en niet mee en dat is dan zo.
- Als je pech krijgt doe dat dan in Frankrijk en zeker niet in Belgie, je wordt altijd binnen 30 minuten weggesleept en de service is, zelfs op zondag!, top.
- Als de pech zich manifesteert door grote zwarte rook onmiddelijk stopppen. Scheelt al gauw een revisie van de motor of automaat a 4000 euro
- Als je een bullbar aan de auto (laat) zet(ten) controleer of de krik nog onder de auto past. Scheelt een hoop gedoe later.